In Amerika aangekomen zochten Heinrich en zijn gezin werk bij diverse pianobedrijven en probeerden zo snel mogelijk de taal en de cultuur te leren. Ook veranderden ze hun naam in Steinway. Het waren gunstige jaren voor pianobouwers. Het Amerikaanse publiek raakte steeds meer geïnteresseerd in muziek en de piano werd een geliefd meubelstuk en instrument. In 1853 richtte Henry Steinway samen met zijn zoons Henry jr. en Charles officieel het bedrijf Steinway & Sons op.
Na het overlijden van twee van zijn broers in 1865, gaf Christian Friedrich Theodore zijn bedrijf in Duitsland op om zijn vader en broers bij te staan.
In 1880 huren Theodore en zijn broer William, die de commerciële kant van de zaak voor zijn rekening nam, een oude naaimachinefabriek in Hamburg om daar een nieuwe Steinway-fabriek op te bouwen. Aanvankelijk werden alle onderdelen door het moederbedrijf in New York geleverd, maar na enkele jaren gingen ze verder in een nieuw fabrieksgebouw en spoedig volgden meerdere filialen.
In 1943, tijdens de Tweede Wereldoorlog brandde de fabriek in Hamburg na een bomaanslag volledig af. Vijf jaar later kwam de productie in Hamburg weer langzaam op gang, terwijl de fabriek in New York bleef kampen met problemen. Het duurde uiteindelijk nog tot eind jaren ’60 voordat de onderneming o.l.v. Henry Z. Steinway enigszins rendabel was.